Wat is gedrag?

Bijvoorbeeld:

De gedraging is naar het toilet gaan om te plassen.

Motivatie: als je niet naar het toilet gaat plas je in je broek en dat vind je niet fijn.

Vermogen: opstaan om naar het toilet te lopen. 

Trigger: het signaal wat je krijgt van je blaas dat je naar het toilet moet.

Nog een voorbeeld:

De gedraging is een nieuwe controller kopen voor mijn Nintendo switch.

Motivatie: ik wil graag spellen spelen met meerdere spelers tegelijk.

Vermogen: ik kan het bedrag heel gemakkelijk pinnen in de winkel.

Trigger: een berichtje van de winkel dat de controllers weer op voorraad zijn en dat ze er 1 apart houden voor mij.

In beide gevallen kwamen de drie elementen samen en voerde ik deze gedragingen uit. Als 1 van de elementen niet had geklopt zou ik het waarschijnlijk niet hebben gedaan.

Als mijn blaas geen teken gaf om te plassen (trigger) zou ik waarschijnlijk niet naar het toilet lopen. Als ik het niet erg vind om in mijn broek te plassen (motivatie) zou ik waarschijnlijk ook niet naar het toilet lopen. Als ik heel veel moeite heb om mijn benen te gebruiken door pijn of iets dergelijks (vermogen) zou ik waarschijnlijk ook een stuk minder snel naar het toilet lopen.

Als ik graag alleen spellen speel op de Nintendo (motivatie) zou de kans klein zijn dat ik een nieuwe controller ga kopen. Als ik geen geld heb om de nieuwe controller te kopen (vermogen) zou ik het waarschijnlijk ook niet doen. Als de winkel mij geen berichtje had gestuurd (trigger) is de kans heel klein dat ik naar de winkel was gegaan.

Motivatie en vermogen compenseren elkaar

Als je dit principe begrijpt en snapt hoe het werkt, kun je het op bijna elke gewenst gedrag aansturen. De actiecurve in de grafieken laten een visuele weergave van dit principe zien.

Hoe gemotiveerder je bent om iets te doen, hoe groter de kans is dat je het ook zult doen.

Wanneer de motivatie hoog is, ondernemen mensen actie wanneer ze daartoe getriggerd worden. Ze zijn dan ook in staat hele moeilijke dingen te doen. Zoals voor een auto springen om je kind te beschermen. Of iemand uit het water redden zodat hij niet verdrinkt.

Wanneer de motivatie gemiddeld is, zullen mensen alleen iets doen als het redelijk makkelijk is.

Hoe moeilijker iets is om te doen, hoe minder waarschijnlijk het is dat je het zult gaan doen.

Als iemand zou vragen om zijn of haar telefoon te geven die naast jou op de bank ligt, zou je dat dan doen? Waarschijnlijk wel. Het kost je namelijk weinig moeite en je hoeft alleen maar even naast je te kijken en de telefoon te pakken.

Als iemand je zou vragen om zijn of haar telefoon te pakken uit zijn of haar auto die 2 straten verderop staat geparkeerd in de regen, zou je waarschijnlijk heel anders reageren. Je zou een hele hoge motivatie nodig hebben om het te doen.

Dit zal je inzicht geven zodat je mogelijk anders naar gedrag gaat kijken.

Hoe minder moeite het kost om iets te doen, hoe waarschijnlijker het is dat deze gedraging een gewoonte zal worden. Dit geld voor gewoontes die we als ‘goed’ zien en gewoontes die we als ‘slecht’ zien. Het maakt niet uit. Gedrag is gedrag. Het werkt allemaal op dezelfde manier.

Motivatie en vermogen werken samen als teamgenoten.

Om de gedraging boven de actie curve uit te laten komen heb je motivatie en vermogen nodig. Ze kunnen samenwerken. Als de één zwak is moet de ander sterk zijn en andersom.

Als je de relatie tussen deze twee snapt staan er nieuwe manieren voor je open om je gedrag te analyseren en te ontwerpen. Heb je maar een klein beetje van het één, heb je meer nodig van het ander. Ze compenseren elkaar.

Bij “in bed op je telefoon kijken” zijn motivatie en vermogen beide sterk maar bij “moeder beschermd kind” is het vermogen erg zwak. Je ziet dat de motivatie dan heel hoog moet zijn om toch boven de actie curve uit te komen om de gedraging uit te voeren.

Hoe vaker je een gedraging doet hoe makkelijker het over het algemeen zal gaan. Het proces wordt steeds meer routine en gaat vaak makkelijker, sneller en efficiënter. In onderstaande afbeelding zie je het visueel. Je ziet dat in het gedrag model de gedraging steeds minder vermogen kost.

Een belangrijk punt: Als je begint met een gedraging die te groot is, bijvoorbeeld je hele kantoor opruimen i.p.v. alleen je bureau wat maar 3 minuten kost, zal dit gedrag nooit uitgroeien tot een gewoonte. Je moet klein beginnen. Op de momenten dat je haast hebt, zou je het overslaan.

Niemand doet iets zonder een trigger

Als er geen trigger is, maakt het niet uit hoe hoog of hoe laag je niveau van motivatie en vermogen is. Je wordt getriggerd om iets te doen, of niet. Geen trigger, geen handeling. Simpel maar krachtig.

Motivatie en vermogen zijn variabel. Er is altijd een bepaald niveau van motivatie en vermogen voor een bepaalde handeling. Wanneer je telefoon overgaat zijn je motivatie en vermogen al op de achtergrond aanwezig. De trigger is de beltoon. Hij komt en gaat. Als je je telefoon niet hoort overgaan, neem je niet op.

Ongewenst gedrag kun je afleren door de trigger te verwijderen. Dit is niet altijd makkelijk, maar het is de beste stap die je kunt zetten als je iets af wilt leren.

Bijvoorbeeld als je ‘s avonds vaak lekkere dingen eet die eigenlijk niet zo gezond zijn zoals chips en koekjes.

Als je weet dat ze in huis zijn is de weerstand vaak te groot om het niet te pakken. De trigger is als je ‘s avonds op de bank zit en moe bent van de hele dag werken je toch die lekkere dingen wilt eten. Het beste is dan om al die lekkere dingen niet meer in de kast te hebben staan. Je kunt bijvoorbeeld het verplaatsen naar zolder. Nu moet je verder lopen. Dit kost meer motivatie en vermogen. Je kunt ook de lekkere dingen niet meer kopen. Dan haal je de trigger weg in huis.

Let op dat je bepaald gedrag kunt voorkomen door de trigger weg te halen. Als dat niet had gewerkt, kan je nog andere factoren aanpassen maar triggers zijn het laaghangende fruit van het gedragsontwerp.